voor de appelroosjes:
- 3 à 4 appels (hangt een beetje af van de grootte van je appel en hoeveel roosjes je in de taart wil), het kan ook met gewone appels, maar die met rood vruchtvlees of een rode schil zorgen net voor dat extraatje.
- sap van een citroen
- rol bladerdeeg
- naar smaak kaneel, suiker, abrikozenconfituur of frambozencoulis
voor de taart en de vulling:
- rol bladerdeeg
- 150 gr zachte boter
- 125 gr suiker
- 100 gr patisseriebloem
- 2 eieren
- scheutje room
- abrikozenconfituur
Benodigdheden:
- appelboor
- mandoline
- taartvorm
- bakbonen
Gebruik bij voorkeur bio appeltjes zodat je ze niet hoeft te schillen, of was ze goed. Haal met behulp van de appelboor het klokhuis uit je appel. Zet de appel recht en snijd de appel in twee. Op deze manier kan je gemakkelijk schijfjes snijden van dezelfde grootte. Het gebruik van een mandoline is hier aan te raden. Heb je dat niet, dan kan je ze natuurlijk ook gewoon snijden. Maar best zo dun mogelijk.
Rol het bladerdeeg open of gebruik bladerdeegvellen. Snij het deeg in repen. Neem één reep en smeer het naar smaak in met abrikozenconfituur, frambozencoulis of bestrooi het met kaneel en suiker. Hou een beetje rekening met de zuurte van uw appel.
Leg nu de appelschijfjes op elkaar zoals op de foto. Vouw het bladerdeeg dicht en rol het op van links naar rechts. En daar is uw roosje!
Leg het bladerdeeg in de bakvorm (met bakpapier zoals ik hier deed, of beboter de vorm eerst) en druk aan de kantjes even aan. Snij het overtollig deeg af of rol er even met de deegrol over. Leg op het deeg een groot vel bakpapier en leg het vol met bakbonen of keramische knikkers. Bak het deeg een 10 minuutjes op 200 graden. Het blindbakken doe ik niet altijd, maar omdat de roosjes ook al een laag bladerdeeg hebben is dit wel aan te raden om ze zo goed en krokant te kunnen bakken.
Haal de taart uit de oven en verwijder de bakbonen en het bakpapier. Laat even afkoelen. Smeer de bodem van de taart in met een dun laagje abrikozenconfituur.
Sien vond mijn appelcake vorige week iets te droog. Als tip gaf ze me om ze de volgende keer een laagje abrikozenconfituur te gebruiken. Jaja, als je zesjarige met goede tips komt, dan moet je dat uitproberen hé.
Maak nu de vulling:
Meng in een kom de zachte boter en suiker tot een smeuïge massa. Voeg één voor één de eitjes toe. Daarna mag ook de bloem en het scheutje room er doorgeroerd worden.