Laat ons zeggen dat ik af en toe wel eens een luie wijventaart maak. Omdat het zo simpel en snel klaar is, maar best ook nog wel eens kan smaken. Ik eet nooit van de biscuits en cakejes die ik bak want daar zitten te veel eieren in die me instant een mega migraine aanval bezorgen. Maar bij uitzondering verdraag ik deze pudding-fruittaartjes wel.
Bij heel veel dingen geldt #theartofslowliving. voor ons. Brood met poolish en lange rijstijd, zuurdesembrood, het ijs maken in stappen van telkens 12 uur, goudsbloemen macereren op olie gedurende 6 weken, stoofpotjes die uren in de oven staan te pruttelen, het pizzadeeg de avond op voorhand klaarmaken. Zelfs onze koffie maken we altijd op de pour-over techniek. Daarom gebruik ik dus ook nooit een (bak)mix. Omdat ik voeling wil hebben met wat ik maak, het proces van het creëren, om van enkele ingrediënten iets lekkers te maken, van weten welke grondstoffen er in zitten. Dat is naar ons gevoel koken met liefde. Maar er is absoluut niks mis met een biscuitmix, want die is waarschijnlijk nog lekkerder en zachter dan de mijne. Het is gewoon een stukje van hoe en wie we zijn.
Dit in combinatie met een blader- of kruimeldeeg en een hoop vers fruit vormen samen mijn ‘luie wijventaart’. Ik moest er gisterenavond echt om lachen en deelde het op Instagram met het grapje dat ik het luie receptje wel wou delen. Bij elke reactie moest ik nog harder lachen. Dus bij deze dus:
Ingrediënten
Mix voor banketbakkersroom + koude melk
Kruimeldeeg
Vers fruit
Gelei of vlierbloesemsiroop
witte chocolade (gesmolten)
als toevoeging of afwerking eetbare bloemetjes, blaadjes munt, ...
Aan de slag
Om het kruimeldeeg gemakkelijker uit te rollen, leg je het 10 minuutjes op voorhand uit de koelkast. Rol het deeg uit en leg het in een lage beboterde bakvorm. Druk de randjes voorzichtig aan en snij het overschot aan deeg eraf of plooi het netjes op zodat je taartje straks een mooi randje heeft. Prik met een vork enkele gaatjes in het deeg. Leg het bakpapier erop en vul met bakparels, zout of gedroogde erwten. Blindbakken dus. Bak 20 à 25 minuutjes op 180 graden.
Ondertussen is je deeg gebakken. Haal het bakpapier met de parels eraf en laat op een rooster afkoelen. Dit gaat echt heel snel.
Smelt de witte chocolade en wrijf een dun laagje op de gebakken kruimeldeeg. Dit houdt je bodem lekker krokant, ook al ligt er daarna een laagje pudding op.
Was en snij het fruit in stukjes. Kies je voor alleen aardbeitjes, of rood fruit, een mix van hetgeen je in de fruitschaal hebt liggen. Allemaal goed.
Afwerking
Neem je taartje en strijk er het banketbakkersroom in uit, bovenop de witte chocolade. Dat kan je doen door het in een spuitzakje te scheppen en in een cirkelbeweging op te vullen. Of met de bolle kant van een lepel gelijkmatig uitstrijken. Leg hierop je fruit naar keuze.
Verwarm enkele lepels rode bessengelei, roer het los en strijk met een penseel hiermee de aardbeitjes in. Dat geeft een mooie afwerking. Als extraatje werk ik altijd af met eetbare bloemetjes en/of kruiden. En dan is het gewoon smullen!